- INLEIDENDE VERKLARING
PERSCONFERENTIE
Mario Draghi, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB,
Frankfurt am Main, 25 juli 2019
Dames en heren, de vicepresident en ik heten u van harte welkom bij onze persconferentie. We zullen nu verslag doen van de vergadering van de Raad van Bestuur van vandaag, die tevens werd bijgewoond door de vicevoorzitter van de Commissie, de heer Dombrovskis.
Op basis van onze reguliere economische en monetaire analyses hebben wij besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten. Wij verwachten dat deze ten minste de gehele eerste helft van 2020 op hun huidige niveau of lager zullen blijven, en in ieder geval zo lang als noodzakelijk is om te zorgen voor een verdergaande duurzame convergentie van de inflatie naar onze doelstelling op middellange termijn.
Wij zijn voornemens de aflossingen op effecten die zijn aangekocht in het kader van het activa-aankoopprogramma (asset purchase programme) en die de vervaldatum hebben bereikt, volledig te blijven herinvesteren, en wel voor geruime tijd voorbij het moment waarop we beginnen de basisrentetarieven van de ECB te verhogen, en in ieder geval zo lang als noodzakelijk is om gunstige liquiditeitscondities en een ruime mate van monetaire accommodatie te handhaven.
De Raad van Bestuur heeft eveneens gewezen op de noodzaak om langdurig een zeer accommoderende monetairbeleidskoers aan te houden, aangezien de inflatiecijfers, zowel gerealiseerd als geprojecteerd, aanhoudend lager gebleven zijn dan het peil dat overeenstemt met zijn doelstelling. Indien de inflatievooruitzichten op middellange termijn onder de doelstelling blijven uitkomen, is de Raad van Bestuur dan ook vastbesloten te handelen, in overeenstemming met zijn committering aan symmetrie in de inflatiedoelstelling. De Raad staat derhalve klaar om al zijn instrumenten zo nodig aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich op duurzame wijze ontwikkelt in de richting van zijn doelstelling.
Tegen die achtergrond hebben we de desbetreffende comités van het Eurosysteem de opdracht gegeven mogelijkheden te onderzoeken, waaronder manieren ter versterking van de forward guidance over de beleidsrentes, mitigerende maatregelen, zoals het ontwerp van een gelaagd systeem voor de vergoeding van reserves, evenals mogelijkheden wat betreft de omvang en samenstelling van potentiële nieuwe nettoaankopen van activa.
Hoewel de verder toenemende werkgelegenheid en de stijgende lonen steun blijven geven aan de veerkracht van de economie, duidt de informatie die beschikbaar is gekomen sinds de vorige vergadering van de Raad van Bestuur van begin juni erop dat de afnemende mondiale groeidynamiek en de zwakke internationale handel nog steeds de vooruitzichten voor het eurogebied drukken. De langdurige onzekerheden in verband met geopolitieke factoren, de toenemende dreiging van protectionisme en kwetsbaarheden in opkomende markten laten bovendien sporen na in het economisch vertrouwen, vooral in de verwerkende industrie. In dit klimaat blijft de inflatiedruk gematigd en zijn de indicatoren van de inflatieverwachtingen gedaald. Daarom blijft een aanzienlijke monetaire stimulans noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de financiële condities zeer gunstig blijven en steun geven aan de groei van het eurogebied, de verdere opbouw van binnenlandse prijsdruk en dus de ontwikkeling van de totale inflatie op middellange termijn.
Staat u mij nu toe onze beoordeling nader toe te lichten, te beginnen met de economische analyse. Na een stijging van 0,2% in het vierde kwartaal van 2018 daalde het reële bbp van het eurogebied met 0,4% op kwartaalbasis in het eerste kwartaal van 2019. Recente economische gegevens en enquête-uitkomsten blijven wijzen op een lichte groeivertraging in het tweede en derde kwartaal van dit jaar. Die is vooral een uitvloeisel van de aanhoudend zwakke internationale handel tegen de achtergrond van langdurige mondiale onzekerheden, die vooral de verwerkende industrie in het eurogebied raken. Tegelijkertijd is de bedrijvigheid in de dienstensector en in de bouwnijverheid veerkrachtig en blijft de arbeidsmarkt aantrekken. In de toekomst zal de groei van het eurogebied ondersteund blijven worden door gunstige financieringsomstandigheden, verder toenemende werkgelegenheid en stijgende lonen, de gematigd expansieve begrotingskoers in het eurogebied en de aanhoudende – zij het iets tragere – groei van de mondiale bedrijvigheid.
De risico’s voor de groeivooruitzichten van het eurogebied zijn nog steeds neerwaarts gericht, ten gevolge van de langdurige onzekerheden in verband met geopolitieke factoren, de toenemende dreiging van protectionisme en kwetsbaarheden in de opkomende markten.
De HICP-inflatie van het eurogebied steeg in juni 2019 naar 1,3% op jaarbasis, tegen 1,2 % in mei, aangezien de hogere HICP-inflatie exclusief energie- en voedingsmiddelenprijzen het effect van de gedaalde energieprijsinflatie overtrof. Op basis van de huidige termijnprijzen voor olie zal de totale inflatie de komende maanden waarschijnlijk dalen en tegen het einde van het jaar weer toenemen. De recente volatiliteit als gevolg van tijdelijke factoren buiten beschouwing gelaten, zijn de maatstaven van de onderliggende inflatie over het algemeen nog steeds gematigd. De indicatoren van de inflatieverwachtingen zijn gedaald. Hoewel de arbeidskostendruk aan kracht en breedte heeft gewonnen, tegen de achtergrond van hoge niveaus van capaciteitsbenutting en krapper wordende arbeidsmarkten, duurt het langer dan verwacht voordat de kostendruk doorwerkt in de inflatie. Verwacht wordt dat de onderliggende inflatie op middellange termijn zal stijgen, onder impuls van onze monetairbeleidsmaatregelen, de aanhoudende economische expansie en sterkere loongroei.
Wat de monetaire analyse betreft, kwam de groei van het ruime monetaire aggregaat (M3) in juni 2019 uit op 4,5%, tegen 4,8% in mei. De bestendige groei van dit aggregaat weerspiegelt de aanhoudende verstrekking van bancair krediet aan de private sector en de lage alternatieve kosten van het aanhouden van M3. Wat de componenten betreft, blijft het eng gedefinieerde monetaire aggregaat M1 de belangrijkste bijdrage leveren aan de groei van het ruime monetaire aggregaat.
Het groeitempo op jaarbasis van kredieten aan niet-financiële ondernemingen bleef met 3,8% in juni 2019 stabiel. Ondanks enige matiging ten opzichte van de piek van september 2018 blijft de groei op jaarbasis van de kredieten aan niet-financiële ondernemingen stevig. Het groeitempo op jaarbasis van de kredieten aan huishoudens bleef ook ongewijzigd op 3,3% in juni, waarmee de geleidelijke verbetering zich doorzette. Over het geheel genomen profiteert de kredietgroei nog steeds van de historisch lage bancaire rentetarieven. De enquête naar de bancaire kredietverlening in het eurogebied voor het tweede kwartaal van 2019 geeft aan dat de kredietgroei steun blijft ondervinden van een toegenomen vraag naar alle soorten leningen. Tegelijkertijd zijn de kredietacceptatiecriteria voor ondernemingen verscherpt in het tweede kwartaal in verband met de bezorgdheid over de economische vooruitzichten; voor leningen voor woningaankopen zijn deze criteria echter grofweg onveranderd gebleven.
Onze monetairbeleidsmaatregelen, waaronder de aanstaande nieuwe reeks van gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO-III), zullen ertoe bijdragen dat de bancaire kredietvoorwaarden gunstig blijven en dat de toegang tot financiering ondersteund blijft worden, in het bijzonder voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Kortom: een toetsing van de uitkomsten van de economische analyse aan de signalen uit de monetaire analyse bevestigde dat een ruime mate van monetaire accommodatie nog steeds noodzakelijk is voor de aanhoudende duurzame convergentie van de inflatie naar een niveau onder maar dicht bij 2% op middellange termijn.
Om ten volle de vruchten van onze monetairbeleidsmaatregelen te kunnen plukken, moet ook op andere beleidsterreinen een vastbeslotener bijdrage worden geleverd om het groeipotentieel op langere termijn te verhogen en de kwetsbaarheden te verminderen. De inspanningen ter uitvoering van structurele hervormingen in de landen van het eurogebied dienen aanzienlijk te worden opgevoerd om de productiviteit en het groeipotentieel van het eurogebied te stimuleren, de structurele werkloosheid te verminderen en de veerkracht te versterken. De landspecifieke aanbevelingen voor 2019 dienen als leidraad te worden gehanteerd. Wat het begrotingsbeleid betreft, ondersteunt de gematigd expansieve begrotingskoers in het eurogebied de economische bedrijvigheid. Tegelijkertijd moeten de landen met een hoge overheidsschuld doorgaan met het weer opbouwen van begrotingsbuffers. Alle landen dienen hun inspanningen voor een groeivriendelijker samenstelling van de overheidsfinanciën te verhogen. Tevens blijft het van cruciaal belang het begrotingskader en het kader voor economisch bestuur van de Europese Unie in de tijd en in de verschillende landen transparant en consistent ten uitvoer te leggen, teneinde de schokbestendigheid van de economie van het eurogebied te versterken. Het verbeteren van de werking van de Economische en Monetaire Unie blijft een prioriteit. De Raad van Bestuur verwelkomt de lopende werkzaamheden en roept op tot verdere specifieke en vastbesloten stappen om de bankenunie en de kapitaalmarktenunie te voltooien.
Wij staan nu tot uw beschikking voor vragen.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media