Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Veelgestelde vragen over de financiële klimaatrapportage van het Eurosysteem

Vanaf 2023 maken alle centrale banken van het Eurosysteem jaarlijks financiële klimaatinformatie bekend.

De antwoorden op de volgende veelgestelde vragen geven uitleg bij deze rapportage, onder meer over de reikwijdte, de gebruikte gegevens en de methodologie erachter.

Nadere toelichting over de financiële klimaatrapportage van leden van het Eurosysteem is te vinden in ons persbericht en op onze website.

Vraag 1 - Waarom publiceert het Eurosysteem financiële klimaatrapportages?

Met de publicatie wil het Eurosysteem transparanter zijn over de klimaatimpact van zijn beleggingsportefeuilles en de blootstelling van deze portefeuilles aan klimaatrisico’s. De klimaatinformatie vergroot meer in het algemeen het bewustzijn over en het inzicht in klimaatrisico’s in de financiële sector, bevordert de harmonisatie bij de rapportage door vaste marktstandaarden te volgen, en ondersteunt de doelstellingen van de Europese Unie op het vlak van klimaatneutraliteit en de transitie naar een koolstofarme economie.

Vraag 2 - Op welke portefeuilles heeft de rapportage betrekking?

Alle centrale banken van het Eurosysteem publiceren klimaatinformatie over hun niet-monetairbeleidsportefeuilles, die ze onder hun eigen verantwoordelijkheid beheren. Daarnaast publiceert het Eurosysteem informatie over de door de publieke sector uitgegeven effecten, de bedrijfsobligaties en de gedekte obligaties die het voor monetairbeleidstransacties aanhoudt in het kader van het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP) en het pandemie-noodaankoopprogramma (pandemic emergency purchase programme – PEPP). In de rapportage over de APP- en PEPP-portefeuilles komen ook de externe reserves van de ECB aan bod. De omvang en de inhoud van toekomstige publicaties worden in de loop van de tijd herzien en verbeterd.

Vraag 3 - Waarom publiceren jullie geen klimaatinformatie voor de hele balans?

Het Eurosysteem publiceert klimaatinformatie over activa op zijn balans waarvoor voldoende klimaatgegevens beschikbaar zijn. Voor bepaalde activa en portefeuilles, zoals effecten aangehouden in het kader van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (asset-backed securities purchase programme – ABSPP), zijn er nog onvoldoende klimaatgegevens beschikbaar. Daarom worden deze activa niet in de rapportage opgenomen. Om de beschikbaarheid en kwaliteit van klimaatgegevens in de loop van de tijd te verbeteren, werkt het Eurosysteem samen met opstellers van standaarden en verstrekkers van klimaatgegevens.

Vraag 4 - Welke methode wordt gebruikt voor de rapportage?

Het raamwerk voor de klimaatrapportage van het Eurosysteem is gezamenlijk opgesteld door de leden van het Eurosysteem en richt zich op niet-monetairbeleidsportefeuilles. In dit raamwerk is rekening gehouden met de aanbevelingen van de taskforce voor financiële informatieverschaffing over klimaatverandering (TCFD), het Partnership for Carbon Accounting Financials en het netwerk voor vergroening van het financiële stelsel (NGFS), die allemaal veelgebruikte en ruim geaccepteerde standaarden voor duurzaamheidsrapportage opstellen. Het raamwerk is aangepast aan de kenmerken van de portefeuilles van het Eurosysteem. In de rapportage worden de toegepaste methoden nader toegelicht.

Vraag 5 - Hoe verhoudt de rapportagemethodologie voor de in het kader van het APP en het PEPP aangehouden monetairbeleidsactiva zich tot die voor niet-monetairbeleidsportefeuilles?

De informatie over door de publieke sector uitgegeven effecten, bedrijfsobligaties en gedekte obligaties die worden aangehouden krachtens het APP en het PEPP steunt grotendeels op dezelfde methodologie als de rapportage van het Eurosysteem voor de niet-monetairbeleidsportefeuilles. Eventuele methodologische verschillen zijn toe te schrijven aan het monetairbeleidskarakter van de APP- en PEPP-portefeuilles en de lopende integratie van klimaataspecten in het monetairbeleidskader van het Eurosysteem. De informatie over in het kader van het APP en het PEPP aangehouden bedrijfsobligaties is bijvoorbeeld alleen gebaseerd op emissiegegevens van de emittenten, terwijl de rapportage over niet-monetairbeleidsportefeuilles ook kan berusten op geraamde emissiegegevens van aanbieders van klimaatgegevens, als er geen zelfgerapporteerde emissiegegevens beschikbaar zijn.

Vraag 6 - Welke gegevens gebruiken jullie voor je berekeningen?

Het Eurosysteem gebruikt klimaatgegevens van twee gespecialiseerde aanbieders: Institutional Shareholder Services (ISS) en Carbon4 Finance (C4F). Beide aanbieders werden geselecteerd in een aanbesteding voor het hele Eurosysteem onder leiding van de Deutsche Bundesbank, waarbij gekeken werd naar gegevenskwaliteit, gegevensdekking en kosten-batenaspecten. Leden van het Eurosysteem kunnen de ISS- en C4F-gegevens ook aanvullen met informatie van andere aanbieders van klimaatgegevens die voor hen beschikbaar is. De financiële gegevens zijn afkomstig van diverse interne en externe publieke en niet-publieke informatiebronnen van het Eurosysteem. De natuurlijke vertraging waarmee klimaat- en financiële data worden gepubliceerd, leidt tot een mismatch in het referentiejaar tussen de meest recente portefeuillegegevens en historische klimaat- en financiële data. Om deze mismatch te corrigeren, kunnen leden van het Eurosysteem de cijfers over in het verleden aangehouden effecten met terugwerkende kracht actualiseren in toekomstige TCFD-rapportages.

Vraag 7 - Waarom worden de decarbonisatiegegevens van emittenten met een aanzienlijke vertraging opgenomen?

De emissiegegevens van emittenten komen beschikbaar met een vertraging van één jaar voor niet-overheidsemittenten tot twee jaar voor overheidsemittenten. Dit betekent dat emissiegegevens die overeenkomen met het referentiejaar van de portefeuilles niet beschikbaar zijn voor de meest recente rapportageperioden. Om toch te kunnen rapporteren over de meest recente portefeuillegegevens, maakt het Eurosysteem bij de berekening van de cijfers gebruik van de meest recente emissiegegevens van elke emittent. Elk jaar worden in de rapportage de cijfers uit het verleden met terugwerkende kracht geactualiseerd om veranderingen in de beschikbaarheid van klimaatdata weer te geven. Deze veranderingen hebben vooral, maar niet uitsluitend, betrekking op recente verslagperioden.

Vraag 8 - Waarom gebruiken jullie de gewogen gemiddelde CO2-intensiteit, de totale CO2-uitstoot en de CO2-voetafdruk als maatstaven voor de rapportage?

De gewogen gemiddelde CO2-intensiteit, de totale CO2-uitstoot en de CO2-voetafdruk zijn de drie belangrijkste maatstaven van het rapportageraamwerk van het Eurosysteem. Deze worden allemaal door de TCFD aanbevolen voor vermogenseigenaren. Genormaliseerde maatstaven (zoals de gewogen gemiddelde CO2-intensiteit en de CO2-voetafdruk) en absolute maatstaven (zoals de totale CO2-uitstoot) vullen elkaar aan en bieden samen een hoge mate van transparantie over de klimaatimpact en de blootstelling aan klimaatrisico’s van portefeuilles. Deze maatstaven steunen op een gestandaardiseerde methodologie en worden courant gebruikt bij klimaatrapportage in de hele financiële sector. Leden van het Eurosysteem kunnen ervoor kiezen ook andere cijfers te rapporteren om de transparantie verder te vergroten.

Vraag 9 - Waarom publiceren jullie doelstellingen?

Doelstellingen vormen een integraal onderdeel van de taskforce voor financiële klimaatrapportage (Task Force on Climate-related Financial Disclosures – TCFD)-aanbevelingen in de categorie ‘Maatstaven en doelstellingen’ en zijn een belangrijke categorie van financiële klimaatrapportages. Doelstellingen helpen de blootstelling van een portefeuille aan klimaatrisico’s te verminderen en klimaatopportuniteiten en de klimaatimpact van aangehouden activa te beheersen. Alle leden van het Eurosysteem streven ernaar de niet-monetairbeleidsportefeuilles in hun eigen beheer en de bedrijfsobligaties die ze aanhouden in het kader van het APP en het PEPP op een pad te brengen dat de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en de EU-doelstellingen inzake klimaatneutraliteit ondersteunt. Voor sommige portefeuilles worden langetermijndoelstellingen aangevuld met tussentijdse streefdoelen om een duidelijk traject voor de vermindering van de portefeuille-emissies op te stellen. In dit verband moet worden opgemerkt dat elk lid van het Eurosysteem zelf verantwoordelijk blijft voor alle aspecten van het beheer van zijn niet-monetairbeleidsportefeuilles. Daaronder valt ook de voorbereiding van de financiële klimaatrapportage en de vaststelling van doelstellingen.

Vraag 10 - Waarom publiceren jullie geen doelstellingen voor alle portefeuilles?

Het vaststellen van geloofwaardige doelstellingen om de emissies van de portefeuilles in de loop van de tijd te verminderen, vereist flexibiliteit om actie te ondernemen indien de feitelijke emissiereductie van een portefeuille afwijkt van het gewenste traject. Het is echter mogelijk dat deze flexibiliteit er niet is door beperkingen in verband met de portefeuille en activaklasse. Portefeuillebeperkingen kunnen bijvoorbeeld verband houden met monetairbeleidsoverwegingen of een passieve beleggingsstijl (zoals tot einde looptijd aangehouden portefeuilles). Beperkingen in verband met activaklasse kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op beleggingen in overheidsobligaties omdat emittenten het klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend en het ontbreken van een geloofwaardig kader om de uitstoot te verminderen.

Vraag 11 - Wanneer stellen jullie tussentijdse doelstellingen vast voor de portefeuille bedrijfsobligaties en waarom maken jullie deze niet bekend? Gaan jullie je portefeuille aanpassen om de doelstellingen te halen?

Na de toezegging van de Raad van Bestuur in 2023 om tussentijdse doelstellingen in overweging te nemen, heeft de Raad in 2024 besloten dat tussentijdse emissiereductiedoelstellingen zullen worden vastgesteld voor de bedrijfsobligatieportefeuilles in het kader van het APP en het PEPP. Bij deze tussentijdse doelstellingen zal, als leidraad, rekening worden gehouden met de vereisten van de EU-benchmarkverordening en de bijbehorende gedelegeerde verordening van de Commissie. Zonder afbreuk te doen aan zijn mandaat van prijsstabiliteit, zal het Eurosysteem op basis van alle relevante elementen geloofwaardige tussentijdse emissiereductiedoelstellingen opstellen ter ondersteuning van de doelen van het klimaatakkoord van Parijs en de streefdoelen van de EU inzake klimaatneutraliteit. In dit stadium zullen deze tussentijdse doelstellingen intern worden gebruikt om het traject naar emissiereductie van de bedrijfsportefeuilles te volgen. Indien afwijkingen van het gewenste traject worden vastgesteld, worden corrigerende maatregelen binnen ons mandaat per geval beoordeeld.

In het in maart 2023 gepubliceerde inaugurale verslag Climate-related financial disclosures of the Eurosystem’s corporate sector holdings for monetary policy purposes kondigde de ECB aan dat ze de vaststelling van tussentijdse doelstellingen zou overwegen. Het besluit om deze tussentijdse doelstellingen te bereiken onderstreept dat het Eurosysteem vastbesloten is de emissies van de bedrijfsobligatieportefeuilles in de loop van de tijd geleidelijk te verminderen, om de ecologische voetafdruk en de blootstelling van deze portefeuilles aan klimaattransitierisico’s te verminderen. Het gebruik van de tussentijdse doelstellingen voor interne monitoring biedt het Eurosysteem de mogelijkheid op dit terrein meer ervaring op te doen en tegelijkertijd de doelstellingen verder te verfijnen om ontwikkelingen in de methodologie en de aanpak van centrale banken weer te geven.

Vraag 12 – Gaan de tussentijdse doelstellingen voor de portefeuille bedrijfsobligaties op portefeuilleniveau of op individueel bedrijfsniveau gelden?

De tussentijdse emissiereductiedoelstellingen voor de portefeuille bedrijfsobligaties in het kader van het APP en het PEPP gaan op portefeuilleniveau gelden en niet zozeer op bedrijfsniveau. Dit betekent dat de tussentijdse doelstellingen betrekking hebben op de gehele portefeuille en niet op individuele bedrijven. Tussentijdse doelstellingen opstellen op portefeuilleniveau is heel gebruikelijk bij vermogenseigenaren die de koolstofvoetafdruk en de blootstelling aan klimaatrisico van hun beleggingen willen verminderen. De ECB stelt geen emissiereductiedoelstellingen vast voor individuele bedrijven.

Het Eurosysteem is van plan een robuust kader te ontwikkelen om deze tussentijdse doelstellingen op te stellen. De realisatie van dit kader houdt bijvoorbeeld in dat de volgende aspecten worden bepaald: het gewenste emissiereductietraject, de keuze voor een maatstaf om vooruitgang op dit traject te meten en mogelijke herstelmaatregelen die genomen kunnen worden als de emissie van de portefeuilles af zou wijken van het gewenste traject. Bij de afronding van het kader houdt de ECB rekening met relevante regelgeving van de EU hierover.

Vraag 13 - Gaan jullie tussentijdse en kwantitatieve doelstellingen verder ontwikkelen?

De TCFD beveelt aan om waar mogelijk kwantitatieve en meetbare doelen voor niet-monetairbeleidsportefeuilles te hanteren, waaronder ook tussentijdse doelstellingen. In dit stadium kunnen leden van het Eurosysteem ervoor kiezen een kwalitatieve doelstelling op lange termijn te hanteren, rekening houdend met de specifieke doelstellingen voor en beperkingen van de portefeuilles van het Eurosysteem, de ontwikkeling van nettonulinvesteringskaders voor centrale banken, hun recente maar toenemende ervaring met nieuwe gegevensbronnen en de snel evoluerende klimaatwetenschap. Leden van het Eurosysteem zullen de rapportages regelmatig evalueren en kunnen zo nodig tussentijdse en kwantitatieve doelstellingen toevoegen. Voor sommige niet-monetairbeleidsportefeuilles van het Eurosysteem zijn de langetermijndoelstellingen reeds aangevuld met tussentijdse doelstellingen. Indien beschikbaar, worden deze tussentijdse doelstellingen toegelicht in het gedeelte ‘Maatstaven en doelstellingen’ van het desbetreffende TCFD-verslag.

Vraag 14 - Wat zijn de doelen van het klimaatakkoord van Parijs en de doelstellingen van de EU op het vlak van klimaatneutraliteit?

Het klimaatakkoord van Parijs voorziet in een mondiaal kader om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C, en bij voorkeur tot 1,5°C, in vergelijking met de pre-industriële tijd. De EU heeft toegezegd de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs na te leven en streeft ernaar tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Daartoe heeft ze de Europese klimaatwet aangenomen, die voor de EU als geheel een juridisch bindende doelstelling vaststelt om tegen 2050 uit te komen op een nettonuluitstoot van broeikasgassen. De wet bevat ook een tussentijdse doelstelling om de nettobroeikasgasemissies tegen 2030 met minstens 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Voor onze niet-monetairbeleidsportefeuilles en de bedrijfsobligaties die we aanhouden streven we naar een traject dat het klimaatakkoord van Parijs en de doelstellingen van de EU op het vlak van klimaatneutraliteit ondersteunt. We zullen onze vorderingen bij het bereiken van de klimaatdoelstellingen regelmatig monitoren.

Vraag 15 - Hoe meten jullie de voortgang bij het behalen van de klimaatdoelstellingen?

De voortgang bij het behalen van onze klimaatdoelstellingen wordt gemeten aan de hand van specifieke maatstaven in de loop van de tijd. De maatstaf waar we in de beoordeling naar kijken, hangt af van de desbetreffende portefeuille, activaklasse en klimaatdoelstelling. De voortgang bij het terugdringen van de portefeuille-emissies kan bijvoorbeeld worden beoordeeld aan de hand van maatstaven zoals de gewogen gemiddelde CO2-intensiteit of de CO2-voetafdruk, terwijl de geboekte voortgang bij de financiering van de transitie naar nettonul zou worden beoordeeld op basis van het aandeel
groene obligaties in de portefeuille.

Vraag 16 - Blijven jullie regelmatig informatie publiceren?

Het Eurosysteem wil deze informatie jaarlijks publiceren en zal regelmatig alle elementen van zijn rapportagekader evalueren om de kwaliteit van de informatie verder te verbeteren en ervoor te zorgen dat die aan het beoogde doel beantwoordt. Elementen die regelmatig zullen worden beoordeeld, zijn onder meer de reikwijdte van de gerapporteerde emissies, de in de rapportage opgenomen portefeuilles, de gerapporteerde maatstaven en doelstellingen, alsmede de datakwaliteit en -beschikbaarheid.

Vraag 17 - Waarom voert het Eurosysteem een klimaatstresstest uit van zijn balans, en publiceert het de resultaten?

In 2022 heeft het Eurosysteem een klimaatstresstest op onderdelen van zijn balans uitgevoerd om de impact van klimaatverandering op het eigen risicoprofiel te analyseren, overeenkomstig de aanbevolen praktijk en zoals uiteengezet op de klimaatroutekaart. Een dergelijke stresstest omvat een reeks financiële blootstellingen, waaronder leningen tegen onderpand, de portefeuille bedrijfsobligaties, gedekte obligaties en effecten op onderpand van activa.

De klimaatstresstest beantwoordt aan de aanbeveling van de TCFD aan organisaties om hun weerbaarheid tegen verschillende klimaatscenario’s te beschrijven en de mogelijke implicaties ervan te beoordelen. Daarnaast moedigt het NGFS in de Gids over financiële klimaatrapportage voor centrale banken centrale banken aan om de directe en indirecte impact van klimaatrisico’s te publiceren op basis van kwantitatieve methodologieën zoals scenarioanalyses, stresstests en omgekeerde stresstests.

Het Eurosysteem heeft de belangrijkste uitkomsten van zijn klimaatstresstest gepubliceerd in de vorm van een algemeen en kwalitatief overzicht van de resultaten, gezien de resterende lacunes in de gegevens en methodologische beperkingen. De stresstest wordt in 2024 herhaald en de resultaten zullen naar verwachting in 2025 worden bekendgemaakt.